Memrise: Dutch 5
Flashcards
Quiz
WriteSoon!
MixSoon!

This deck, titled Memrise: Dutch 5, was created by ilaria to help you learn Dutch. Start by reviewing the list below and proceed with our interactive games.

DutchEnglish
1.
gitaar spelen
to play the guitar
2.
het stuk
the piece
3.
schilderen
to paint
4.
vreemd
strange
5.
zwanger
pregnant
6.
het resultaat
the result
7.
de oorlog
the war
8.
de koning
the king
9.
de verkiezing
the election
10.
koken
to cook
11.
het buffet
the buffet
12.
het stadion
the stadium
13.
de foto
the photo
14.
het risico
the risk
15.
onderzoeken
to examine
16.
plotseling
suddenly
17.
wandelen
to hike
18.
sneeuwen
to snow
19.
ruiken
to smell
20.
bezitten
to own
21.
in het noorden
up north
22.
fietsen
to ride a bicycle
23.
de Arbeiderspartij
the Labour Party
24.
de stap
the step
25.
ze is vooral goed in gitaar spelen
she is especially good at playing the guitar
26.
het voorbeeld
the example
27.
op het randje leven
to live on the edge
28.
of anders
or else
29.
een kans dat
a chance that
30.
behoorlijk
quite
31.
op maandagen
on Mondays
32.
goed zijn in
to be good at
33.
een risico op
a risk of
34.
het debat
the debate
35.
wat is de volgende stap?
what is the next step?
36.
de zitplaats
the seat
37.
het team
the team
38.
we gaan gewoonlijk in de winter naar het buitenland
we usually go abroad in the winter
39.
horen
to hear
40.
hij meende het niet
he did not mean it
41.
vergeef me
forgive me
42.
de rugzak
the backpack
43.
nep
fake
44.
het Indische restaurant was absoluut het beste
the Indian restaurant was definitely the best one
45.
de sportvereniging
the sports club
46.
ze komen op dit moment in Madrid aan
they are arriving in Madrid at this time
47.
de Conservatieve Partij
the Conservative Party
48.
uit de hand gelopen
out of control
49.
doorslaand
resounding
50.
willen
to mean to do something
51.
ik vind wiskunde moeilijk
I think maths is difficult
52.
winnen
to win
53.
onderwijzen
to teach
54.
wie was de eerste president van de Verenigde Staten?
who was the first president of the United States?
55.
ik heb het veel te warm
I am way too hot
56.
de paraplu
the umbrella
57.
leren
to learn
58.
dit was een doorslaand succes!
this was a total success!
59.
het buitenland
abroad
60.
nu meteen
right now
61.
lachen
to laugh
62.
de speler
the player
63.
de coach
the coach
64.
anders
else
65.
helaas
unfortunately
66.
gewoon
just
67.
hij is goed in piano spelen
he is good at playing the piano
68.
zo'n
such
69.
gemakkelijk
easy
70.
uittrekken
to take off
71.
een vals spoor
a red herring
72.
gewoonlijk
usually
73.
de pauze
the break
74.
de senaat
the senate
75.
plotseling werd ik erg bang
suddenly I got very scared
76.
de olifant in de kamer
the elephant in the room
77.
de bliksem
the lightning
78.
de reisgids
the tour guide
79.
bezorgd
worried
80.
toi toi toi!
break a leg!
81.
het volk
the people
82.
tekenen
to draw
83.
ik maakte een fout
I made a mistake
84.
het kampioenschap
the championship
85.
nog eens
again
86.
ze zijn momenteel Frans aan het spreken
they are speaking French at the moment
87.
de beerput
the can of worms
88.
het raften
the rafting
89.
de plek
the place
90.
ik hou van iemand anders
I love someone else
91.
meenemen
to take with
92.
uitstekend
excellent
93.
een communist
a communist
94.
het volk wil vrede
the people want peace
95.
ruziën
to argue
96.
gewond
injured
97.
tijdens de rust
at half time
98.
naar het buitenland gaan
to go abroad
99.
de radio
the radio
100.
ik was zijn cadeau aan het kopen toen hij de winkel binnenliep
I was buying his present when he walked into the shop
101.
ik heb het verpest!
I messed up!
102.
de rand
the edge
103.
de griep
the flu
104.
als hij zijn paraplu niet meeneemt, wordt hij drijfnat
if he does not bring his umbrella, he will get soaked
105.
het souvenir
the souvenir
106.
de eerste minister
the prime minister
107.
religie is een belangrijk onderwerp
religion is an important topic
108.
beter
better
109.
genieten van
to enjoy
110.
ik wil dat verhaal nog eens horen
I want to hear that story again
111.
de storm
the storm
112.
we genoten echt van het parachutespringen
we really enjoyed parachuting
113.
regenen
to rain
114.
schijnen
to shine
115.
de ouder
the parent
116.
de score
the score
117.
waarschijnlijk
probably
118.
de busreis
the bus trip
119.
gaan zitten
to sit down
120.
de tekening
the drawing
121.
het seizoen
the season
122.
nooit
never
123.
leeg
empty
124.
vaak
often
125.
de techniek
the technique
126.
de politicus
the politician
127.
in het oosten
out east
128.
het ding
the thing
129.
de fanclub
the fan club
130.
ik denk dat ik hem heb gekwetst
I think that I hurt his feelings
131.
het fluitje
the whistle
132.
simpel
simple
133.
stuur hem eraf!
send him off!
134.
ik word gek
I am losing it
135.
ze maakte duidelijk een fout
she obviously made a mistake
136.
het succes
the success
137.
de regen stopte, dus we gingen naar buiten
the rain stopped, so we went outside
138.
ongelukkig
unfortunate
139.
liggen
to lie flat
140.
dit is mijn laatste bod
this is my final offer
141.
de mening
the opinion
142.
ben je zeker?
are you certain?
143.
de rang
the grade
144.
voorstellen
to suggest
145.
de kans
the chance
146.
op welke manier?
in what way?
147.
gillen
to yell
148.
de Democratische Partij
the Democratic Party
149.
als het sneeuwt, kunnen we een sneeuwpop maken
if it snows, we can make a snowman
150.
het hotel
the hotel
151.
de mist
the fog
152.
het lid
the member
153.
aantrekken
to put on
154.
ik stel voor om de belastingen te verlagen
I suggest lowering taxes
155.
de piano
the piano
156.
ze won omdat ze beter was
she won because she was better
157.
absoluut
absolutely
158.
het dorp
the village
159.
veranderen
to change
160.
van streek maken
to upset
161.
de wereldbeker
the world cup
162.
hoe was je vakantie?
how was your holiday?
163.
de aanval
the attack
164.
de controle
the control
165.
democratisch
democratic
166.
breken
to break
167.
de tandenborstel
the toothbrush
168.
oorlog is nooit nodig
war is never necessary
169.
de druppel
the drop
170.
in een oogwenk
in the blink of an eye
171.
alles is onder controle
everything is under control
172.
omdat
because
173.
momenteel
at the moment
174.
er zullen buien zijn in het westen
there will be showers out west
175.
het ijsje
the ice cream
176.
de behoefte
the need
177.
we spelen nog steeds samen badminton op woensdagen
we still play badminton together on Wednesdays
178.
droog
dry
179.
afgelegen
remote
180.
huilen
to cry
181.
vertel me over je familie
tell me about your family
182.
de staat
the state
183.
het was aan het regenen toen we stopten
it was raining when we stopped
184.
ik weet zeker dat alles goed komt
I am sure that everything will be okay
185.
het is niet zo simpel
it is not that simple
186.
vreemdst
strangest
187.
terugkomen
to come back
188.
wat was je beste ervaring?
what was your best experience?
189.
vergeven
to forgive
190.
vooral
especially
191.
u hebt een zeldzame ziekte
you have a rare disease
192.
de oogwenk
the blink
193.
verhuizen
to move house
194.
het parachutespringen
the parachuting
195.
een fout maken
to make a mistake
196.
betrouwbaar
reliable
197.
gemeenschappelijk
common
198.
de wind
the wind
199.
mijn grootouders gaan nog steeds skiën
my grandparents still go skiing
200.
succesvol
successful
201.
we zijn nu aan het avondeten in de tuin
we are having dinner in the garden right now
202.
buiten
outside
203.
goede wedstrijd
good game
204.
we woonden in Amerika, maar we verhuisden
we used to live in America, but we moved
205.
nodig
necessary
206.
over twee uur
in two hours
207.
het zal waarschijnlijk opklaren in het zuiden
it will probably clear up down south
208.
de belofte
the promise
209.
de competitie
the league
210.
de Arbeiderspartij is behoorlijk groot
the Labour Party is quite big
211.
zich concentreren
to concentrate
212.
nee, dat deed ik niet
no, I did not
213.
als ze deze wedstrijd winnen, winnen ze de competitie
if they win this game, they will win the league
214.
nog steeds
still
215.
de president is een uitstekend leider
the president is an excellent leader
216.
de Republikeinse Partij
the Republican Party
217.
de snee
the cut
218.
ideaal
ideal
219.
de vakantie
the holiday
220.
merkwaardig
remarkable
221.
slecht zijn in
to be bad at
222.
de zonneschijn
the sunshine
223.
het cadeau
the present
224.
zeldzaam
rare
225.
er is geen koning of koningin in de Verenigde Staten
there is no king or queen in the United States
226.
de weersvoorspelling
the weather forecast
227.
ze had vijf jaar geleden een behoorlijk goede carrière
she had a pretty good career five years ago
228.
sprakeloos
speechless
229.
het is op dit moment aan het opklaren
it is clearing up right now
230.
het geluk
the luck
231.
grappig
funny
232.
piano spelen
to play the piano
233.
ze wilde je niet kwetsen
she did not mean to hurt you
234.
teleurgesteld
disappointed
235.
menen
to mean
236.
de economie
the economy
237.
totaal
total
238.
het bedrijf
the company
239.
dat was absoluut geen goal!
that was never a goal!
240.
je zult nat worden
you will get wet
241.
de discussie
the discussion
242.
het hostel
the hostel
243.
zitten
to sit
244.
het personeel
the staff
245.
meest
most
246.
eng
scary
247.
het onderwerp
the topic
248.
debatten over de economie maken de republikeinen zenuwachtig
debates about the economy make the Republicans nervous
249.
gevaarlijk
dangerous
250.
het instrument
the instrument
251.
wakker
awake
252.
zullen we een hotdog kopen tijdens de rust?
should we get a hotdog at half time?
253.
we hadden een bedrijf, maar nu niet meer
we used to own a company, but not anymore
254.
er is een kans dat de zon zal schijnen in Schotland
there is a chance that the sun will shine in Scotland
255.
ze zijn goed in veel dingen
they are good at many things
256.
de eerste helft
the first half
257.
de macht
the power
258.
de zorg
the concern
259.
het woord
the word
260.
in slaap
asleep
261.
de stem
the vote
262.
bijvoorbeeld
for example
263.
in het zuiden
down south
264.
de bewaker
the security guard
265.
wil je onze foto's zien?
do you want to see our photos?
266.
zeker
certain
267.
slecht
bad
268.
dood
dead
269.
laat ons die foto's alsjeblieft niet nog eens zien
please don't show us those photos again
270.
de scheidsrechter
the referee
271.
nu
now
272.
de eeuw
the century
273.
alles
everything
274.
dit is het grootste stadion in Europa
this is the biggest stadium in Europe
275.
het milieu
the environment
276.
eindigen
to end
277.
ik wil lid worden van de fanclub
I want to be a member of the fan club
278.
de bui
the shower
279.
ik ben slecht in grappen vertellen
I am bad at telling jokes
280.
engst
scariest
281.
veel te
way too
282.
de kandidaat
the candidate
283.
de ervaring
the experience
284.
een republikein
a republican
285.
politici besturen eigenlijk niets
politicians don't actually control anything
286.
winderig
windy
287.
waarom ging je naar Europa?
why did you go to Europe?
288.
luisteren
to listen
289.
goed gespeeld!
well played!
290.
een klein beetje
a little bit
291.
de volgende verkiezing is over twee jaar
the next election is in two years
292.
doe je jas dan uit
then take off your coat
293.
kiezen
to choose
294.
getalenteerd
talented
295.
het was uit de hand gelopen
it was out of control
296.
laat ons die video nog eens zien
let's see that video again
297.
het toernooi
the tournament
298.
het systeem
the system
299.
de jas
the coat
300.
het lood
the lead
301.
het is niet nodig
there is no need
302.
het ijzer
the iron
303.
zo is het nu eenmaal
that is just the way it is
304.
de president
the president
305.
we gingen naar een afgelegen dorp
we went to a remote village
306.
ja, dat deed ik
yes, I did
307.
divers
diverse
308.
twee druppels water
two peas in a pod
309.
de cent
the cent
310.
tijdens
during
311.
in het westen
out west
312.
de belastingen
the taxes
313.
het interview
the interview
314.
we woonden in het buitenland
we used to live abroad
315.
magisch
magical
316.
toenemen
to increase
317.
bij
by
318.
hij was een klein beetje teleurgesteld
he was a little bit disappointed
319.
denk je dat de president betrouwbaar is?
do you think that the president is reliable?
320.
de goal
the goal
321.
ik ben sprakeloos
I am speechless
322.
de video
the video
323.
het bod
the offer
324.
de grootste
the biggest
325.
de wet
the law
326.
het beginnersgeluk
the beginner's luck
327.
mijn vader was tegen mijn moeder aan het praten toen ik thuis kwam
my father was speaking to my mother when I came home
328.
hij was de man van de wedstrijd
he was man of the match
329.
het uitzicht
the view
330.
wat een idioot!
what an idiot!
331.
mistig
foggy
332.
omdat het zo'n diverse plek is
because it is such a diverse place
333.
laten vallen
to drop
334.
het verhaal
the story
335.
afschuwelijk
awful
336.
er zijn geen toiletten beschikbaar
there are no toilets available
337.
sturen
to send
338.
mijn ouders zullen over ongeveer drie jaar met pensioen gaan
my parents will retire in about three years
339.
wanneer is de volgende verkiezing?
when is the next election?
340.
helder
clear
341.
lood om oud ijzer
swings and roundabouts
342.
er waren veel dieren op dat eiland
there were a lot of animals on that island
343.
de idioot
the idiot
344.
rond
around
345.
klimmen
to climb
346.
ga alstublieft zitten
please sit down
347.
we scoorden in de eerste helft geen punten
we did not score any points in the first half
348.
ongeveer
about
349.
perfect
perfect
350.
het parlement
the parliament
351.
republikeins
republican
352.
de regenjas
the raincoat
353.
een tekening maken
to draw a picture
354.
slechtst
worst
355.
ik heb echt een blunder begaan
I really put my foot in it
356.
de wedstrijd
the match
357.
de gitaar
the guitar
358.
de regering
the government
359.
duidelijk
clearly
360.
moeilijk
difficult
361.
eigenlijk
actually
362.
best
best
363.
het congres
the congress
364.
de religie
the religion
365.
het gevoel
the feeling
366.
binnen
inside
367.
een democraat
a democrat
368.
voorstaan
to be ahead
369.
laten we het een kans geven
let's give it a chance
370.
de koningin
the queen
371.
de zee
the sea
372.
magische techniek!
magical technique!
373.
de regen
the rain
374.
de zon scheen waar zij waren
the sun was shining where they were
375.
dat was een overtreding!
that was a foul!
376.
de grens
the border
377.
we gingen naar een leuk hotel aan zee
we went to a nice hotel by the sea
378.
de onweersbui
the thunderstorm
379.
dit is de wedstrijd van de eeuw
this is the match of the century
380.
het seizoen begint altijd in augustus
the season always begins in August
381.
de fiets
the bicycle
382.
is er een koning in de Verenigde Staten?
is there a king in the United States?
383.
de beste
the best one
384.
gaan skiën
to go skiing
385.
de deal
the deal
386.
vol
full
387.
de sneeuwpop
the snowman
388.
mijn grootouders gingen naar Afrika toen ze jong waren
my grandparents went to Africa when they were young
389.
bewolkt
cloudy
390.
de gezondheidszorg
the healthcare system
391.
de blunder
the blunder
392.
dit is een foto van mij
this is a photo of me
393.
ze staan nu zes punten voor
they are six points ahead now
394.
buitenlands
foreign
395.
de afbeelding
the picture
396.
communistisch
communist
397.
de regering heeft niet veel macht
the government does not have a lot of power
398.
volledig
completely
399.
hij is een erg getalenteerde speler
he is a very talented player
400.
de beginner
the beginner
401.
bang
scared
402.
lees altijd de weersvoorspelling
always read the weather forecast
403.
verrast
surprised
404.
wat is jouw mening?
what is your opinion?
405.
de helft
the half
406.
de generaal
the general
407.
het regende waar wij wonen
it was raining where we live
408.
beroemd
famous
409.
besturen
to control
410.
de overtreding
the foul
411.
verminderen
to reduce
412.
ik denk dat opiniepeilingen vaak onbetrouwbaar zijn
I think that opinion polls are often unreliable
413.
op dit moment
at this time
414.
de hartaanval
the heart attack
415.
ongelofelijk
incredible
416.
lachen
to laugh
417.
als het regent, zul je nat worden
if it rains, you will get wet
418.
het festival
the festival
419.
het kan zijn dat
it may be that
420.
de carrière
the career
421.
tegen
against
422.
ik hoorde de resultaten op de radio
I heard the results on the radio
423.
laten schrikken
to scare
424.
man van de wedstrijd
man of the match
425.
onbetrouwbaar
unreliable
426.
ik moet uw borst onderzoeken
I have to examine your chest
427.
hoe moeilijk kan het zijn?
how hard can it be?
428.
de opiniepeiling
the opinion poll
429.
dit jaar zal de Democratische Partij betere resultaten behalen
this year the Democratic Party will get better results
430.
maar nu niet meer
but not anymore
431.
de manager
the manager
432.
de wandelschoenen
the hiking boots
433.
de vrede
the peace
434.
de fout
the mistake
435.
uw vrouw is zwanger
your wife is pregnant
436.
de zon
the sun
437.
de verrassing
the surprise
438.
doodgaan
to die
439.
dat zijn jouw zaken niet
that is none of your business
440.
de soldaat
the soldier
441.
verlagen
to lower
442.
de minister
the minister
443.
de ziekte
the disease
444.
gaan liggen
to lie down
445.
brengen
to bring
446.
nat
wet
447.
de cheerleader
the cheerleader
448.
kwetsen
to hurt
449.
de tandarts is nu naar haar tand aan het kijken
the dentist is looking at her tooth right now
450.
drijfnat
soaked
451.
de arbeid
the labour
452.
er waren helaas geen zitplaatsen beschikbaar
unfortunately there were no seats available
453.
het kan sneeuwen vanavond
it might snow this evening
454.
de leider
the leader
455.
politici beloven altijd de wet te veranderen
politicians always promise to change the law
456.
het is een fluitje van een cent
it is a piece of cake
457.
basketbal is de populairste sport
basketball is the most popular sport
458.
de slaapzak
the sleeping bag
459.
ontslag nemen
to quit a job
460.
teleurstellend
disappointing
461.
opklaren
to clear up
462.
de klas
the class
463.
beloven
to promise
464.
we hebben een deal!
we have a deal!
465.
populair
popular
466.
een hoop...
a lot of...
467.
de grap
the joke
468.
het leger
the army
469.
wie anders?
who else?
470.
er is een kans op bliksem
there is a chance of lightning
471.
de grootouder
the grandparent
472.
ze zijn bijvoorbeeld behoorlijk goed in wiskunde
for example they are quite good at maths
473.
grappigst
funniest
474.
beginnen
to begin
475.
ik werd zo bang dat ik mijn ijsje liet vallen
I got so scared that I dropped my ice cream
476.
op woensdagen
on Wednesdays
477.
de eerste president van de Verenigde Staten was...
the first president of the United States was...
478.
het badpak
the swimsuit
479.
de hotdog
the hotdog
480.
vermakelijk
entertaining
481.
de tandarts
the dentist
482.
zenuwachtig
nervous
483.
conservatief
conservative
484.
je kwetste hem
you hurt him
485.
de boot
the boat
486.
ik heb mijn tandenborstel niet meegenomen
I did not bring my toothbrush
487.
de sneeuw
the snow
488.
met pensioen gaan
to retire
489.
u gaat niet dood
you are not going to die
490.
beschikbaar
available
491.
de toiletpauze
the toilet break
492.
de tand
the tooth
493.
scoren
to score
494.
het eiland
the island
495.
begaan
to commit
496.
staan
to stand
497.
hij is de speler van het jaar
he is the player of the year
498.
voor welk team ben jij?
which team do you support?
499.
destijds
at the time
500.
verpesten
to mess up